Forgot your password?

Enter your username or email and we will send you a link with which you can reset your password.


geschiedenis

Your success:

no html 5 support available

mix
Dutch Dutch Example
verwoesten ruïneren 406 j: Grote groepen Germanen trokken Gallie binnen, verwoestten steden en bewoners vluchten: Atrecht, Boulogne, Doornik
de breuk breakage, rupture, fracture
uitgestrekt extensive
zich bij de school betrokken voelen be concerned about the school
openbaarheid van bestuur public nature of management
goederen goods, cargo, property
de muntslag the coining
de adel the aristocracy, the peerage van adel zijn
de stam tribe ) groep mensen met een eenvoudige samenleving en een eigen cultuur
de wetgeving legislation, regulations
haaks perpendicular, at right angles
uitgebreid extensive
de opvolger successor
het gezag authority, power persoon of instantie die officieel de macht heeft
de graaf the landgrave
de scheiding de scheiding van kerk en staat
aanduiden appoint, name
vastomlijnd well-defined
het ijzer iron
de hertog theduke
het stelsel system
de lappendeken the patchwork
onafhankelijk self-sufficient
de rekenschap verantwoording
gouw district ; province
de burcht the castle
de inmenging interference
losbarsten burst, explode, blow up Het onweer barstte los. - The storm erupted.
de voogdij custody, tutelage
gering klein en niet zo belangrijk
de ontplooiing the growth
een edel karakter a noble character

Back
geschiedenis
Dutch Dutch
32 words, created by anastefi
Difficulty level: intermediate
Created on: 23. January 2015
Please log in to learn this exercise.

Sign up now!